Stel je voor dat je buschauffeur bent. Je rijdt elke dag veilig door het verkeer. Maar om dat te kunnen, heb je niet één, maar eigenlijk veel regels en richtlijnen in je hoofd zitten. Denk aan de verkeerswetten, de onderhoudschecklists voor de bus, de dienstregeling, en zelfs de gedragscode voor hoe je met passagiers omgaat. Ze lijken allemaal anders, maar ze hebben één gemeenschappelijk doel: zorgen dat jij en je passagiers veilig en op tijd op de bestemming aankomen.
Op dezelfde manier werkt het in de wereld van informatiebeveiliging. Er zijn veel verschillende ‘regelboeken’, ‘richtlijnen’ en ‘checklists’ die bedrijven gebruiken om hun belangrijke digitale informatie veilig te houden. Ze hebben allemaal hetzelfde doel – het beschermen van gegevens tegen diefstal, verlies of misbruik – maar ze benaderen dit vanuit verschillende invalshoeken of voor specifieke situaties. Het mooie is dat ze niet los van elkaar staan; ze werken juist samen, net als al die regels die jij als buschauffeur moet kennen. Laten we eens kijken naar enkele van de bekendste.
De belangrijkste regelboeken uitgelegd
- NIST CSF (Cybersecurity Framework): De wegwijzer Stel je voor dat je als busbedrijf wilt weten hoe veilig je eigenlijk bent. Het NIST Cybersecurity Framework (CSF) is dan een soort routekaart of een algemene checklist. Het vertelt je wat je moet doen om cybersecurity risico’s aan te pakken: identificeren wat je hebt, beschermen wat belangrijk is, detecteren als er iets misgaat, reageren op incidenten en herstellen na een aanval. Het is een flexibele gids die je helpt te bepalen waar je staat en waar je naartoe wilt, ongeacht hoe groot of klein je bedrijf is.
- NIST 800-53: Het grote instructieboek Als het NIST CSF de wegwijzer is, dan is NIST 800-53 het extreem gedetailleerde instructieboek voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten. Het bevat honderden specifieke maatregelen en controles, zoals “gebruik sterke wachtwoorden” of “zorg voor regelmatige back-ups”. Het is zo uitgebreid dat het als basis kan dienen voor bijna elke beveiligingsuitdaging. Denk aan de complete onderhoudshandleiding van een bus, tot in de kleinste schroef uitgelegd.
- NIST 800-171: De checklist voor specifiek vervoer Stel dat jouw busbedrijf voor de overheid rijdt en gevoelige, maar niet-geheime informatie moet vervoeren (zoals blauwdrukken voor een nieuw busstation). Dan krijg je te maken met NIST 800-171. Dit is een specifieke set regels die ervoor zorgt dat die specifieke informatie veilig blijft wanneer het in handen is van externe bedrijven. Het is een compactere, gerichtere versie van de grote NIST 800-53, gericht op wat bedrijven moeten doen om bepaalde gevoelige gegevens te beschermen.
- ISO 27001-reeks (ISO 27001/27002): Het kwaliteitskeurmerk voor informatie De ISO 27001-familie (vooral 27001 en 27002) is de internationale standaard voor het opzetten van een ‘Information Security Management System’ (ISMS). Dit is als een kwaliteitscontrolesysteem voor al je informatiebeveiliging. ISO 27001 vertelt je hoe je je beveiligingsprocessen moet organiseren, beheren en continu moet verbeteren, zodat je overal ter wereld kunt laten zien dat je informatiebeveiliging serieus neemt. ISO 27002 geeft daarbij concrete voorbeelden van maatregelen. Als je ISO 27001 gecertificeerd bent, is dat als een ‘ISO-keurmerk’ op je informatiebeveiliging.
- ABDO (Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten): De militaire gedragscode Als jouw busbedrijf opdrachten uitvoert voor de Nederlandse defensie, dan krijg je te maken met de ABDO. Dit zijn specifieke, vaak strengere, Nederlandse eisen voor bedrijven die werken met (geheime) defensie-informatie. Het is als een extra set beveiligingsregels die alleen van toepassing zijn als je met militaire vracht of personeel werkt, bovenop de algemene verkeersregels.
- PCI-DSS (Payment Card Industry Data Security Standard): De pinpas beveiliging Stel dat jouw bussen ook pinautomaten aan boord hebben. Dan moet je voldoen aan PCI-DSS. Dit is een strikte set regels die ervoor zorgt dat creditcard- en pinpasgegevens veilig worden verwerkt, opgeslagen en verzonden. Het is als een speciale hygiënecode voor iedereen die met voedsel werkt, maar dan voor financiële data.
- EASA PART-IS (European Union Aviation Safety Agency – PART-Information Security): Luchtvaartveiligheid, maar dan digitaal Dit is een specifieke set regels voor de luchtvaartsector binnen de EU. Net zoals er strenge regels zijn voor vliegveiligheid, zijn er nu ook regels voor de digitale veiligheid van de IT-systemen die essentieel zijn voor de luchtvaart. Het zorgt ervoor dat computersystemen die de vliegtuigen, het luchtverkeer en de luchthavens draaiende houden, goed beschermd zijn tegen cyberaanvallen. Denk aan de vliegvoorschriften, maar dan toegepast op de computersystemen die de vlucht controleren.
Samen sterker
Nu komt het mooie: al deze ‘regelboeken’ zijn niet eilandjes die los van elkaar bestaan. Integendeel, ze zijn diep met elkaar verweven. Waarom?
- Gemeenschappelijk doel: Ze willen allemaal hetzelfde: informatie beschermen. Of het nu gaat om militaire geheimen, pinpasgegevens of je persoonlijke busabonnement.
- Overlappende maatregelen: De meeste regels komen sterk overeen. Een regel als “gebruik sterke wachtwoorden” of “maak regelmatig back-ups” vind je in vrijwel elk standaard terug. Als je voldoet aan de eis van de één, voldoe je vaak automatisch (gedeeltelijk) aan de eis van de ander.
- Bouwstenen: Een algemene standaard zoals ISO 27001 legt een solide basis voor je informatiebeveiliging. Als je zo’n systeem op orde hebt, is het veel gemakkelijker om te voldoen aan de specifieke eisen van bijvoorbeeld PCI-DSS of ABDO. Het NIST CSF kan je helpen om de verschillende stukjes van de puzzel te ordenen en te zien hoe alles samenhangt.
- Aanvulling: Soms zijn specifieke standaarden (zoals ABDO of EASA PART-IS) een aanvulling op algemene standaarden. Ze voegen extra, branchespecifieke of overheidsspecifieke eisen toe aan de basis die al gelegd is door bijvoorbeeld ISO 27001.
Denk eraan als verschillende kaarten die je als buschauffeur gebruikt: een wegenkaart van Nederland (algemeen, zoals NIST CSF), een gedetailleerde kaart van jouw stadsroute (specifiek, zoals NIST 800-171), een kaart met gevaarlijke stoffen routes (zeer specifiek, zoals ABDO of PCI-DSS), en een onderhoudsschema (organisatorisch, zoals ISO 27001). Ze zijn allemaal nodig voor een veilige en efficiënte rit, en ze verwijzen vaak naar elkaar of bouwen op elkaar voort.
Uiteindelijk gaan al deze standaarden over het bouwen van een robuuste ‘digitale vesting’ voor je informatie. Ze bieden verschillende blauwdrukken, checklists en methoden, maar ze leiden allemaal naar hetzelfde resultaat: meer veiligheid en vertrouwen in de digitale wereld. Het is de kunst om te zien hoe ze elkaar versterken en zo een compleet plaatje vormen.